De lob is een essentiële slag in het padel, vaak onderschat, waarbij de bal wordt gelanceerd om een parabool te vormen en de tegenstander te proberen te overtreffen, waardoor deze naar de achterkant van het padelveld wordt gestuurd. Soms is het doel van de lob om een hoge bal te slaan, zelfs als deze de tegenstander niet overtreft, om het terugspelen te bemoeilijken (bijvoorbeeld vanwege de hoogte, het tegenlicht, enz.).
De lob is een onderscheidende slag die het padel onderscheidt van tennis, waar het in tennis wordt beschouwd als een laatste redmiddel of een verrassingsslag. In het padel daarentegen is de lob een defensieve slag die wordt gebruikt om de tegenaanval voor te bereiden, positie aan het net in te nemen, druk van de tegenstander te verminderen als het punt moeilijk wordt, het spel te vertragen, en de tegenstanders te vermoeien door ze verticaal te verplaatsen, enzovoort.
Het correct uitvoeren van de lob vereist beheersing van de beweging van de arm en de buiging van de benen om hoogte en diepte te bereiken. Het betreft het benaderen van de bal van onderaf en zelfs het aanpassen van de slag door de grip te wijzigen als de bal te laag is. Het aanleren van een effectieve lobtechniek is van groot belang voor het succesvol spelen van padel.
